Vier houdingen
Wanneer is een club open? Een open club kenmerkt zich door een open houding bij de kartrekkers en betrokkenen bij de club. Een dergelijke club is een ontmoetingsplek waarbij eigen leden, andere regelmatige bezoekers van de club en de buurtbewoners worden genodigd om te sporten en om betrokken zijn. Een open club is ondernemend en richt zich op een langetermijnvisie en staat daarom nooit stil. Zij denkt vraag- en buurtgericht en gaat steeds opnieuw na wat de behoeften zijn en speelt daarop in. De club gaat (mogelijk in samenwerking met andere sportclubs en partijen uit andere sectoren) gericht aan de slag om activiteiten aan te bieden, die haar hoofdactiviteit versterken. Ook voert de club actief en continu beleid op de ontwikkeling, kwaliteit en opleiding van sporttechnisch, arbitrerend en bestuurlijk kader. En streeft zij naar een betere bezettingsgraad van de accommodatie. Dit alles leidt tot ledenbinding, -behoud en/of -groei, meer ‘reuring’ op de club en continuïteit van het bestaansrecht.
Een open club kan een individuele vereniging, stichting of een commerciële sportaanbieder zijn maar met enige regelmaat is de open club een samenwerking tussen meerdere verenigingen (bijv. een sportpark) en/of andere (commerciële) sportaanbieders en/of playgrounds/courts/pleintjes/buurtwerk.
De open club gedachte positioneren we als een beweging, een filosofie. Bij de open club gedachte is het geen kwestie van óf ‘open’ óf ‘gesloten’. De gedachtegang kan worden gezien als continuüm, een ladder. Voor de ideale open club bestaat geen formule. En dat is maar goed ook, want elke buurt maar ook de daar aanwezige sportclubs hebben hun specifieke behoeften. Elke club (groot/klein, binnen-/buitensport, team/individueel) kan voor zichzelf een stap (trede) zetten om meer open te worden.
Het begrip open club kan worden gekenschetst middels vier dimensies, te weten:
Open cultuur
Daar moet het mee starten. Je moet als club zélf willen en voelen dat je de blik naar buiten wilt richten. Dus: bepaal met elkaar wat voor ’n club je bent, wat voor club je wil zijn en welke stappen je gaat maken.
Vraaggerichtheid
De volgende stap is dat aan je leden en je omgeving daarbuiten vraagt: wat verlangen jullie eigenlijk van ons? Wat kan de club nog meer voor jullie betekenen?
Ondernemerszin
De vraag die daar weer op volgt is: wat ga je met die kennis doen? Ga je de boer op? Dat hebben we ondernemerszin genoemd. Geen ondernemerschap, want dat veronderstelt dat je geld moet verdienen. Ondernemerszin zegt meer iets over de mentaliteit; ga je je écht je best doen om in de vraag van leden, betrokkenen en buurtbewoners te voorzien?
Samenwerking
En tot slot: vaak leidt dit alles tot samenwerking met partijen die je kunnen helpen in het voorzien van de vraag van je leden en omgeving.
Deze vier dimensies kun je als een soort van stappenplan zien. Alleen is de praktijk vaak minder simpel en lopen de stappen steeds naar elkaar over en weer terug.
Gerelateerd
Heb je een vraag?
Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: