Normaal gesproken wordt het minimumloon elk half jaar aangepast, op 1 januari en 1 juli. Omdat het kabinet werken lonender wil maken, heeft de regering het loon op 1 januari dit jaar met nog eens 8,05 procent extra verhoogd. Daardoor wordt het bedrag in één klap 10,15 procent hoger.
Bij een volledig dienstverband moet iemand van 21 jaar en ouder minimaal 1934,40 euro bruto verdienen. Dit was 1756,20 euro. Dit bedrag geldt voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Dit is afhankelijk van de sector en mogelijke cao-afspraken. In de CAO Sport wordt gewerkt met een jaarurensystematiek: de arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband 1930 uur per jaar. Dit komt neer op 37,12 uur per week. Per uur gelden de volgende bedragen: 12,40 euro (bij een fulltime dienstverband van 36 uur), 11,75 euro (bij 38 uur) en 11,16 euro (bij 40 uur).
Toen de salarisschalen in de huidige CAO Sport werden opgesteld, was natuurlijk nog niet bekend dat dat het minimumloon dit jaar zoveel zou stijgen. Dit heeft als gevolg dat het aanvangssalaris in een aantal schalen onder het huidige wettelijk minimumloon ligt. Dit is niet toegestaan, waardoor voor deze schalen nu een aanvangssalaris van 1934,40 euro bruto geldt. De nieuwe salarisschalen voor 2023 in de CAO Sport zijn hier te vinden. De complete CAO Sport kun je hier downloaden.
Het is raadzaam om de dienstverbanden en de salarissen binnen de organisatie te controleren en de salarissen waar nodig aan te passen.
Vrijwilligersvergoeding
Naast het minimumloon is ook de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding omhoog gegaan. Dit was 180 euro per maand met een maximum van 1800 euro per jaar. Dit is per 1 januari 2023 190 euro per maand en 1900 euro per jaar. Per uur geldt een bedrag van 2,75 euro (voor iedereen jonger dan 21 jaar) en 5 euro (21 jaar en ouder). Komt een vrijwilliger daar boven? Dan moet de sportclub belasting inhouden over het totale vergoedingsbedrag en dit aan de Belastingdienst betalen. Let op: een eventuele onkostenvergoeding wordt opgeteld bij de vrijwilligersvergoeding. Beide bedragen samen mogen niet boven de hierboven genoemde bedragen uitkomen.
De onbelaste reiskostenvergoeding is van 19 naar 21 cent per kilometer gegaan.
Foto: Shutterstock