Rugby topsport: een data gedreven weg naar succes
Succesvol zijn en blijven is een proces waar je als topsportbond grip op wilt hebben. Door gericht gebruik te maken van data, kan snel meer grip ontstaan, zo ondervond ook Rugby Nederland. Technisch directeur Kristof Vanhout vertelt over de rol van data in het vinden van de weg naar succes.
Meten helpt om te bepalen of dat wat je doet zin heeft en of je de omgeving van topsporters beïnvloedt op een manier die tot successen leidt. Daarbij is het van belang om te weten hoe succes eruitziet, en waar je nu staat ten opzichte van dat succes. Dit waren dan ook de vragen die Vanhout stelde toen hij een jaar geleden bij Rugby Nederland startte. "In het begin sprak iedereen over 'dit moet beter', 'dit moet anders', maar niemand kon me vertellen hoe 'beter' er uitzag, niemand kon me vertellen waar we nu stonden, en niemand kon mij exact vertellen hoe succes er voor ons uitziet." Inzicht in de antwoorden op deze vragen is nodig om te kunnen inzetten op verbetering.
De eerste stappen waren dan ook om te onderzoeken waar Rugby Nederland naar toe wil werken en welke identiteit daarbij past, vertelt Vanhout. "Dus wie willen wij binnen zeven jaar zijn, hoe willen wij spelen, en welke data zijn hiervoor belangrijk? Wij hebben vanuit de GPS en de video-analyse zes metrics gekozen die voor ons belangrijk zijn. Aan de hand van deze metrics kan inzichtelijk worden gemaakt hoe er gescoord moet worden om mee te kunnen doen in de wereldtop en welke doelen hierbij passen.”
Benchmarken met de wereldtop
Met de 'high performance nation'-status heeft Rugby Nederland via World Rugby toegang tot alle data van wedstrijden in de wereld. Deze data, gecombineerd met data die Rugby Nederland tijdens toernooien en evenementen heeft verzameld, vormde de basis voor een benchmark. Vanuit deze benchmark wordt duidelijk welke targets er gehaald moeten worden om tijdens toekomstige wereldkampioenschappen optimaal te presteren. Er werden al metingen gedaan, maar door het opstellen van de belangrijkste 'metrics voor succes' kan de bond gerichter werken. Daarnaast is er gestart met het meten in de hoogste nationale competitie. Aan de hand van GPS- en video-analyses is in beeld gebracht waar de spelers in de eigen ereklasse staan ten opzichte van de top.
Als technisch directeur focust Vanhout zich vooral op de kwaliteit van de omgeving van de spelers. Daarbij realiseert hij zich ook de invloed die de clubs op hun omgeving hebben. "We focussen heel erg op de spelers als ze bij ons zijn, maar eigenlijk is dat maar vijf procent van de tijd. 95 procent van de tijd zitten ze bij hun clubs." De volgende stap is dan ook om de inzichten over te brengen richting de clubs, waar de impact het grootst is. De data en inzichten worden nu door middel van 'roadshows' gedeeld met clubs en de regionale academies waar de spelers het grootste gedeelte van hun tijd trainen. Er worden gezamenlijke doelstellingen opgesteld en clubs worden opgeleid om te gaan trainen op het verbeteren van de vastgestelde metrics. "We kunnen nu via die data onze opleiding aanpassen om hogere cijfers te krijgen binnen onze metrics in de ereklasse."
Ook is binnen Rugby Nederland iemand aangenomen die dit bij de academies gaat implementeren. Op die manier komt talentidentificatie overal op eenzelfde lijn. Daarbij blijven kwalitatieve factoren van belang: "Nu hebben we een duidelijk meetbaar systeem, maar meten is niet altijd leidend. Er zijn ook nog andere factoren zoals coachbaarheid en mentale aspecten. Maar het geeft ons wel een beeld van waar we naar toe willen, welke spelers we willen hebben en welke tactieken we willen spelen."
Er zijn steeds meer clubs die de meerwaarde van data ervaren. En steeds vaker kloppen deze clubs bij de bond aan voor bijvoorbeeld een GPS. Vanhout ervaart hier nog wel een uitdaging die data met zich meebrengen: "Dan moeten de clubs wel iemand hebben die er echt mee kan werken. Je kan zo veel krijgen, maar als je het niet praktisch kan maken, is het nutteloos." De clubs hebben begeleiding nodig en moeten worden opgeleid in het meten en gebruiken van de data.
Cultuurverandering
Vanhout erkent dat data gedreven werken voor een bond een cultuurverandering vraagt, waar de rugbybond nu zelf ook nog middenin zit. Zo wordt er gekeken of tools gecreëerd kunnen worden die data snel en praktisch beschikbaar maken, om de drempel voor gebruik te verlagen. Het is daarbij nodig dat het gebruik van data een centrale plek krijgt binnen het werken: "Dit is de centrale rode lijn van hoe wij werken, en als we dit niet hebben kunnen we niet selecteren, kunnen we niet weten waar we zijn.”
De educatie van clubs, trainers, coaches, spelers en bondsmedewerkers is nu een belangrijke volgende stap. Het hele systeem moet in staat zijn op eenzelfde manier met data te werken, met dezelfde visie op succes. Rugby Nederland is hier al op een aantal interessante manieren mee bezig, bijvoorbeeld met roadshows en inzet van begeleiding en mentoring.
Dit artikel verscheen eerder in Sport, Bestuur en Management.
Beeld: Shutterstock