Het lijkt erop dat je een verouderde browser gebruikt waarin sommige onderdelen van Clubbase niet goed functioneren. We raden je aan om een andere browser te gebruiken.

Sportbonden zijn volop aan de slag met data en analyse als ondersteuning in de besluitvorming

NOC*NSF13 dec 2022

Dagelijks worden binnen de sportbonden in Nederland beslissingen genomen over hoe te handelen om de sportbeoefening en de ondersteuning van sporters en verenigingen te verbeteren. Data worden daarbij steeds belangijker. Meten is immers weten. In dit artikel vertellen twee bonden, de KNLTB en Rugby Nederland, hoe zij met behulp van data hun besluitvorming hebben verbeterd.

Binnen de KNLTB heeft men data en analyse onderdeel gemaakt van de dagelijkse gang van zaken. Robert Jan Schumacher, directeur dienstverlening KNLTB, vertelt ons waarom de bond het belangrijk vindt dat strategische keuzes gemaakt worden op basis van data om van daaruit actie te ondernemen en impact te maken.

"De transitie in de samenleving heeft een effect op de sport", vertelt Schumacher. "Verenigingen lopen hebbe te maken met veranderingen en daarmee ook de bond. Vroeger gebruikte de KNLTB vooral onderbuikgevoel om hierop in te spelen: 'wij zijn de bond en we weten hoe we dit moeten aanpakken’. Maar met de mogelijkheden van nu is dat onvoldoende. De rol van data werd geïntroduceerd om dit onderbuikgevoel te bevestigen. Ze hielpen ook om inzicht te verschaffen in onderliggende oorzaken. Data zijn daarom belangrijk om het probleem te specificeren, waardoor een gerichte strategie kan volgen.’’

Voorbeeld: jeugd

Eén van de constateringen was bijvoorbeeld: 'we doen het slecht bij de jeugd, maar wát gaat slecht bij de jeugd?'. "Data hebben inzichtelijk gemaakt dat de instroom van de jeugd op orde is, daarentegen was de uitstroom gigantisch. Met name in de eerste drie jaar. Daarnaast werd inzichtelijk dat de jeugd ondervertegenwoordigd is in wedstrijddeelname: kinderen gaan wel naar tennisles, alleen werd hier geen gevolg aan gegeven. Data hebben ons geleerd dat deelname aan wedstrijden een belangrijke factor is om uitstroom bij de jeugd te voorkomen.”

Concrete stappen

Meer doen met data vraagt om een aanpak waarin data en analyse onderdeel worden van de dagelijkse gang van zaken. De KNLTB heeft concrete stappen gezet om tot een data gedreven organisatie te komen. Schumacher geeft aan dat dit niet eenvoudig is: "Iedere bond heeft onwijs veel data, maar het is een opgave om dit juist de organiseren."

De tennisbond heeft gedefinieerd welke inzichten voor het management en directie noodzakelijk zijn om beleid op te baseren. Daarbij is gekeken welke data aanwezig waren en welke dashboards hieruit opgezet konden worden. Door er ruimte, tijd en middelen voor vrij te maken, is dat nu geborgd binnen de bond. Vervolgens heeft de KNLTB het Team Data opgericht. Vanuit de bestaande organisatie zijn mensen uit verschillende afdelingen verantwoordelijk gemaakt voor het thema data. Aan hen is de opdracht meegegeven om binnen iedere afdeling de behoefte te inventariseren en deze vervolgens te koppelen aan bestaande data. Met één advies: klein en pragmatisch resultaat opleveren. 

Beschikbare data gebruiken

De KISS-data zijn volgens Schumacher een goed begin om deze inzichten te verkrijgen. Ze geven basale data per regio en bonden kunnen zich met andere bonden vergelijken. “Ik zou iedere bond willen uitdagen om nog meer gebruik te maken van KISS dan ze nu doen.’’ Ook eigen data geven relevante inzichten. “Elke bond heeft op een zeker niveau grip op zijn ledencijfers, en dan heb je misschien nog niet de leden in- en uitstroom of de segmentering, maar zelfs met de basisinformatie gecombineerd met de KISS-data kun je echt al veel.” Daar voegt hij aan toe dat er vanuit NOC*NSF veel relevante dataproducten zijn, zoals de lokale sportdeelname-index.

Schumacher geeft aan dat de KNLTB nog niet alles geregeld heeft. De organisatie staat op het gebied van data nog voor uitdagingen. Zoals het vergroten van de kennis en kunde van werknemers om data juist te interpreteren. Bij het aangaan van deze uitdagingen benadrukt hij het grote voordeel van samenwerking tussen bonden: "Iedere bond is bezig met data, we moeten van elkaar leren."

 

Rugby topsport: een data gedreven weg naar succes

Succesvol zijn en blijven is een proces waar je als topsportbond grip op wilt hebben. Door gericht gebruik te maken van data, kan snel meer grip ontstaan, zo ondervond ook Rugby Nederland. Technisch directeur Kristof Vanhout vertelt over de rol van data in het vinden van de weg naar succes.

Meten helpt om te bepalen of dat wat je doet zin heeft en of je de omgeving van topsporters beïnvloedt op een manier die tot successen leidt. Daarbij is het van belang om te weten hoe succes eruitziet, en waar je nu staat ten opzichte van dat succes. Dit waren dan ook de vragen die Vanhout stelde toen hij een jaar geleden bij Rugby Nederland startte. "In het begin sprak iedereen over 'dit moet beter', 'dit moet anders', maar niemand kon me vertellen hoe 'beter' er uitzag, niemand kon me vertellen waar we nu stonden, en niemand kon mij exact vertellen hoe succes er voor ons uitziet." Inzicht in de antwoorden op deze vragen is nodig om te kunnen inzetten op verbetering.

De eerste stappen waren dan ook om te onderzoeken waar Rugby Nederland naar toe wil werken en welke identiteit daarbij past, vertelt Vanhout. "Dus wie willen wij binnen zeven jaar zijn, hoe willen wij spelen, en welke data zijn hiervoor belangrijk? Wij hebben vanuit de GPS en de video-analyse zes metrics gekozen die voor ons belangrijk zijn. Aan de hand van deze metrics kan inzichtelijk worden gemaakt hoe er gescoord moet worden om mee te kunnen doen in de wereldtop en welke doelen hierbij passen.”

Benchmarken met de wereldtop

Met de 'high performance nation'-status heeft Rugby Nederland via World Rugby toegang tot alle data van wedstrijden in de wereld. Deze data, gecombineerd met data die Rugby Nederland tijdens toernooien en evenementen heeft verzameld, vormde de basis voor een benchmark. Vanuit deze benchmark wordt duidelijk welke targets er gehaald moeten worden om tijdens toekomstige wereldkampioenschappen optimaal te presteren. Er werden al metingen gedaan, maar door het opstellen van de belangrijkste 'metrics voor succes' kan de bond gerichter werken. Daarnaast is er gestart met het meten in de hoogste nationale competitie. Aan de hand van GPS- en video-analyses is in beeld gebracht waar de spelers in de eigen ereklasse staan ten opzichte van de top.

Als technisch directeur focust Vanhout zich vooral op de kwaliteit van de omgeving van de spelers. Daarbij realiseert hij zich ook de invloed die de clubs op hun omgeving hebben. "We focussen heel erg op de spelers als ze bij ons zijn, maar eigenlijk is dat maar vijf procent van de tijd. 95 procent van de tijd zitten ze bij hun clubs." De volgende stap is dan ook om de inzichten over te brengen richting de clubs, waar de impact het grootst is. De data en inzichten worden nu door middel van 'roadshows' gedeeld met clubs en de regionale academies waar de spelers het grootste gedeelte van hun tijd trainen. Er worden gezamenlijke doelstellingen opgesteld en clubs worden opgeleid om te gaan trainen op het verbeteren van de vastgestelde metrics. "We kunnen nu via die data onze opleiding aanpassen om hogere cijfers te krijgen binnen onze metrics in de ereklasse."

Ook is binnen Rugby Nederland iemand aangenomen die dit bij de academies gaat implementeren. Op die manier komt talentidentificatie overal op eenzelfde lijn. Daarbij blijven kwalitatieve factoren van belang: "Nu hebben we een duidelijk meetbaar systeem, maar meten is niet altijd leidend. Er zijn ook nog andere factoren zoals coachbaarheid en mentale aspecten. Maar het geeft ons wel een beeld van waar we naar toe willen, welke spelers we willen hebben en welke tactieken we willen spelen."

Er zijn steeds meer clubs die de meerwaarde van data ervaren. En steeds vaker kloppen deze clubs bij de bond aan voor bijvoorbeeld een GPS. Vanhout ervaart hier nog wel een uitdaging die data met zich meebrengen: "Dan moeten de clubs wel iemand hebben die er echt mee kan werken. Je kan zo veel krijgen, maar als je het niet praktisch kan maken, is het nutteloos." De clubs hebben begeleiding nodig en moeten worden opgeleid in het meten en gebruiken van de data.

Cultuurverandering

Vanhout erkent dat data gedreven werken voor een bond een cultuurverandering vraagt, waar de rugbybond nu zelf ook nog middenin zit. Zo wordt er gekeken of tools gecreëerd kunnen worden die data snel en praktisch beschikbaar maken, om de drempel voor gebruik te verlagen. Het is daarbij nodig dat het gebruik van data een centrale plek krijgt binnen het werken: "Dit is de centrale rode lijn van hoe wij werken, en als we dit niet hebben kunnen we niet selecteren, kunnen we niet weten waar we zijn.”

De educatie van clubs, trainers, coaches, spelers en bondsmedewerkers is nu een belangrijke volgende stap. Het hele systeem moet in staat zijn op eenzelfde manier met data te werken, met dezelfde visie op succes. Rugby Nederland is hier al op een aantal interessante manieren mee bezig, bijvoorbeeld met roadshows en inzet van begeleiding en mentoring.

Dit artikel verscheen eerder in Sport, Bestuur en Management.

Beeld: Shutterstock


NOC*NSF 13 dec 2022

Link gekopieerd naar klembord

Heb je een vraag?

Heb je een vraag?

Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: