Voetbalvereniging AVV Zeeburgia verhoogde dinsdag noodgedwongen de contributie met 5 procent. Jeugdleden betaalden voorheen 350 euro per seizoen, daar komt met ingang van 2022/2023 15 euro bij. Geen dramatische verhoging, maar niet gewenst in een tijd dat veel sportverenigingen al leden zagen afhaken. “We kunnen niet anders”, zegt Huub Wilbrink, voorzitter van de Amsterdamse club. “In april liep ons energiecontract af. Een slechte timing. Onze begrote energiekosten voor een seizoen zijn gestegen van 27.500 euro naar 45.000 euro.”
Wilbrink hoopt dat de verhoging geen afschrikkende werking heeft op de voetballers. “Dit kan effect hebben op ons ledenbestand. We vinden een warme douche en een verwarmd clubhuis belangrijk. Als we daar op besparen, halen we de ziel uit de club.”
Helft verenigingen verwacht contributieverhoging
Met Wilbrink maken meer sportbestuurders zich zorgen over de gevolgen van de sterk gestegen energielasten terwijl het ledenverlies van de coronapandemie nog niet is goedgemaakt. Eén op de tien verenigingen voerde dit jaar al een contributiestijging door, de helft van de clubs verwacht op korte termijn hetzelfde te moeten doen, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Dat contributieverhoging leden kost, ondervond John van Heteren als voorzitter van zwemvereniging DWF in Sliedrecht. Een lid stapte meteen op toen hij rond de jaarwisseling vernam dat het maandelijkse bedrag van 19,75 euro met 1,50 euro werd verhoogd om de badhuur van zwembad de Lockhorst te kunnen betalen. “We hadden echt geen keus”, zegt Van Heteren. “Mensen zijn boos op ons, maar we proberen de vereniging te redden.”
Volgens Van Heteren betaalt DWF sinds begin dit jaar, na een prijsstijging van 7,5 procent, voor het zwemwater tegen de 200 euro per uur aan gemeente. Individuele baantjeszwemmers betalen nu 1,50 euro meer voor een ticket. “Als noodgreep laten we onze waterpoloërs het eerste half uur van de training zonder bal baantjes trekken naast de wedstrijdzwemmers. Dat scheelt een half uur huur en de club 4.000 euro op jaarbasis.”
Of betalen, of het ijs niet op
Naast zwemverenigingen worden schaatsverenigingen hard getroffen. Het verwarmde water en de ijsvloer vreten energie. “Het wordt slikken of stikken”, zegt Sjors Leek, voorzitter van trainingsgroep Hoorn. “Schaatsers kunnen kiezen: óf betalen óf een jaar niet op het ijs, en dan hebben wij geen vereniging meer.”
Leden van de ijsclub betalen 90 euro contributie en 275 euro aan abonnementskosten voor het gebruik van de baan. Boven dat laatste bedrag hangt een prijsstijging van 15 procent. Optisport, de exploitant van de ijsbaan in Hoorn, vraagt van alle gebruikers een bijdrage om de kosten te dekken. “De uitstroom van leden is de laatste jaren al groter dan de instroom. Ik vrees deze buitensporige prijsstijging”, zegt Leek. “We hebben hier geen enkele invloed op.”
Vicieuze cirkel
Van Heteren en Leek verwachten een vicieuze cirkel, waar clubs niet uitkomen. Door de prijsstijging haken betalende leden af, waardoor het ontstane gat in de begroting gevuld wordt met een verhoogde contributie. Een oneindig proces dat de bewegingsarmoede in Nederland verder zal vergroten. Uit recent onderzoek is gebleken dat nog maar iets meer dan de helft van de Nederlands wekelijks sport.
NOC-NSF wil ingrijpen door in te zetten op verduurzaming. Volgens de verenigingen is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Het clubgebouw van Zeeburgia staat vijf jaar en beschikt over 104 zonnepanelen en goede isolatie. “Verwarmen doen we nog wel met gas”, zegt voorzitter Wilbrink. “Verder verduurzamen kost veel kapitaal en tijd.”
In Sliedrecht is zwembad De Lockhorst niet geschikt voor zonnepanelen. De dakconstructie is verouderd. Van Heteren denkt dat een nieuw zwembad de enige optie is. “Maar wie moet dat betalen? Het is een onzekere tijd.”
Lees hier het oorspronkelijke artikel.