In de in die week verspreide jubileumkrant was er volop aandacht voor de geschiedenis van de twee fusiepartners, vv Waddinxveen en de Waddinxveense Sportvereniging Excelsior. Apart maakten ze voetbalgeschiedenis, maar de afgelopen elf jaar delen de clubs hun historie. “De fusie is een goede zet geweest”, zegt Gé Smakman, die destijds door de leden van WSE naar voren werd geschoven om het fusieproces te begeleiden. “Beide clubs hadden het lastig en een fusie was een logische stap. De gemeente wilde ook graag. We hebben een prachtig clubgebouw als huwelijkscadeau gekregen.”
Volgens Smakman verliep het fusieproces vrij soepel. “Iedereen zag in dat het het beste was voor beide clubs. Natuurlijk waren er emoties, maar op sentiment kun je geen beleid bouwen. Uiteindelijk ging het om een handvol mensen.”
Smakman kon destijds redelijk ‘neutraal’ opereren. “Ik kom van origine uit Lisse. Ik heb vroeger gevoetbald bij RKVV Lisse, dat later is opgegaan in FC Lisse. Toen ik de slagerij in het centrum begon, wilden mijn twee zoons voetballen, maar ik had geen flauw idee bij welke clubs ze dat moesten doen. RKVV Lisse speelde in oranje zwart, WSE had die kleuren ook, dus daar hebben we onze keuze op gebaseerd, haha.”
Smakman werd na de fusie ook meteen de eerste voorzitter van ASW. Na vier jaar maakte hij plaats, om vervolgens in 2018 terug te keren op de voorzittersstoel. De club zat in zwaar weer en had problemen om functies goed ingevuld te krijgen. “Ik was ad interim. Dat laat ik nu maar weg, want inmiddels ben ik alweer vier jaar voorzitter. Als er een andere voorzitter is, maak ik zó plaats. Ik ben 75 jaar, een voorzitter van tachtig, daar zit niemand op te wachten.”
Nieuwe generatie
Een paar jaar geleden zei Smakman nog dat hij bij het 100-jarig bestaan – de oprichtingsdatum van VV Waddinxveen geldt als geboortedatum van ASW – zou stoppen. “De afgelopen periode zijn er vooral veel jonge mensen opgestaan die van alles doen en organiseren. Er is nieuw leven gekomen in de club. Neem het komende jubileum, daar heb ik dus helemaal niets voor hoeven doen. Ik vind het mooi hoe de nieuwe generatie met ASW bezig is. Daarom heb ik heel veel vertrouwen in de toekomst van de club.”
Amber de Boer (22) is een ‘kind van ASW’. Zij werd lid bij de C-tjes, speelt in het eerste en overigens enige vrouwenteam en is daarnaast toegetreden tot het bestuur. “Ik ben de enige vrouw en veruit de jongste”, zegt ze. “Ik krijg de ruimte om dingen te doen en ik kan anderen enthousiast maken.” Ze vervolgt: “Ik was bijdehand. Ik had best een mening over hoe de club was georganiseerd en vooral hoe het anders kon. Voor ik het wist was ik uitgenodigd om een bestuursvergadering bij te wonen. Even later was ik bestuurslid.”
Volgens Smakman is de generatie van De Boer momenteel de kracht van ASW. “Ze organiseren van alles. De training voor de mini-stars wordt gegeven door jongens en meiden van de eerste elftallen.”
“We hebben een hechte club”, voegt De Boer toe. “Dat is ook het voordeel van niet zo groot zijn. Iedereen kent elkaar.”
Prestatie is bijzaak
ASW telt momenteel vierhonderd leden, die verdeeld zijn over de jeugd (170), senioren en zaalvoetbal (100). “Het is leuk om te zien dat we groeien en dat we profiteren van de woningbouw in Waddinxveen”, zegt Smakman. “Tweehonderd leden erbij, dat kan goed hoor, maar we hoeven ook weer niet per se heel groot te worden. We willen vooral een gezellige en leuke club blijven. Prestatie is bijzaak. We zijn heus niet vies van prestatievoetbal, maar onze basis blijft gezelligheid.”
De Boer ziet dat ASW stappen zet. “We hebben er pas geleden weer twee nieuwe bestuursleden bij. René van der Sluis wordt jeugdvoorzitter en Patrick Dorrestein gaat technische zaken doen. Dat waren posten die lang niet waren ingevuld. Mensen zijn bereid om zich weer in te zetten voor de club.”
“We worden volwassen”, vult Smakman aan.
Dit artikel verscheen eerder in hartvanwaddinxveen.nl.