Hoe is jullie lokale sportraad tot stand gekomen?
Een gemeentelijk herindeling maakte dat onze gemeente werd samengevoegd met twee andere gemeenten. Aan de inwoners werd toen gevraagd: wat ontbreekt er in onze gemeente? Eén van die dingen was een lokale sportraad. Allereerst hebben we ons toen georiënteerd en ervoor gezorgd dat er vanuit de regiokernen iemand in de lokale sportraad betrokken was. Maar ook wilden we afgevaardigden zowel vanuit de binnen- als buitensport. Ik ben bijvoorbeeld vooral van de buitensport en heb geen idee voor welke uitdagingen bijvoorbeeld een volleybalvereniging staat. We zijn nu met elf mensen. Dat is inclusief een notulist en één iemand die als beleidsmedewerker sport bij de gemeente werkt, die precies weet hoe de processen daar lopen en de planning in de gaten kan houden.
Waar staan jullie nu als lokale sportraad?
Vanaf eind 2019 zijn we echt operationeel. We zijn nu aan het professionaliseren en bezig met het opstellen van een visie. Daarbij worden we ondersteund door een procesbegeleider vanuit het lokale sportakkoord. Het is belangrijk om een visie te hebben waarin staat waar wij voor staan. We willen niet alleen reactief zijn, maar vooral proactief. En als we onze visie helder hebben en iedereen zich daarin kan herkennen vanuit zijn of haar rol, dan weten we ook welke expertises er wellicht nog missen binnen onze raad en kunnen we daar actief voor werven. Dit proces willen we voor de zomer afronden en dan gaan we de boer op om zichtbaarder te worden. Want dat zijn we nu zeker nog niet genoeg.
Wat is jouw rol binnen jullie lokale sportraad?
Ik zou graag de toegankelijkheid van bestaande sporten beter willen laten aansluiten op een grote groep mensen die nu niet beweegt. Als het gaat over topsport, dan willen veel mensen daar een bijdrage aan leveren. Dat zijn de paradepaardjes. Ik geniet daar zelf ook enorm van, maar een grote groep mensen beweegt voor zijn plezier. Daar ligt ook mijn passie, gecombineerd met een gezonde leefstijl. We weten dat als mensen een gezonde leefstijl en voldoende beweging hebben, dat ze dan minder kwetsbaar zijn voor pandemieën zoals corona. Veel mensen zijn zich gelukkig daarvan bewust, maar we moeten ons realiseren dat niet iedereen in staat is om dat zelfstandig aan te gaan en mensen daar soms hulp bij nodig hebben. Ik denk dat we samen met sportverenigingen, clubkadercoaches en buurtsportcoaches meer kunnen nadenken over hoe we sporten en bewegen nóg toegankelijker kunnen maken voor die grote groep mensen.
Wat neem je vanuit je eigen (werk)ervaring mee in de lokale sportraad?
Wat ik vanuit mijn werk meeneem sluit daar op aan. Ik zie dat veel mensen zich niet herkennen in de sport. Het roept weerstand op omdat ze denken dat ze het niet kunnen. Terwijl ik weet wat een positieve beweegervaring mensen kan geven. Het gaat meer om het laagdrempelig in beweging brengen en houden van mensen. De groep, die niet actief is maar bijvoorbeeld wel graag naar een voetbalwedstrijd kijkt, is vaak groter dan de actieve groep. Er zijn samenwerkingen nodig om die groep in beweging te brengen. Buurtsportcoaches kunnen daar een rol in spelen omdat zij in contact staan met inwoners maar ook sportverenigingen. En ze hebben veel kennis over de sport en bewegen. Ze kunnen die verbinding tussen potentiële leden en lokale verenigingen goed leggen.
Hoe kunnen verenigingen die drempel wegnemen?
Sportverenigingen sturen nu vooral op leden, die een sport beoefenen en daarin worden gefaciliteerd. Het is een uitdaging om die andere (sociaal maatschappelijke) functie van verenigingen meer te stimuleren door de sport toegankelijker te maken voor mensen die nu nog niet sporten en bewegen. Vaak hebben mensen daar een positieve beweegervaring voor nodig voordat ze die stap durven te zetten. Als mensen in een groep terechtkomen waarin ze zich veilig voelen en het gewoon gaan doen, dan kunnen ze veel bereiken. Verenigingen staan daar wel voor open, maar de uitstraling is niet altijd zo. Daarbij moeten we voorkomen dat verenigingen steeds zelf het wiel moeten uitvinden hoe ze inclusief sporten en bewegen kunnen realiseren. Ook daarin kan een lokale sportraad hulp bieden.
Kun je daar een voorbeeld van geven?
Bij een voetbalvereniging kun je bijvoorbeeld laten zien dat het ook op een laagdrempelige manier heel toegankelijk kan zijn. Denk aan het organiseren van een ‘walking voetbal’. Dat is een mooi voorbeeld, dat we breed toepasbaar kunnen maken voor andere verenigingen. Zo hoeven verenigingen niet steeds zelf het wiel uit te vinden, dat zou onzin zijn. NOC*NSF zou daarbij kunnen helpen door bijvoorbeeld juist die laagdrempelige voorbeelden, die verengingen gemakkelijk kunnen adopteren, breed te delen. We moeten het in deze tijd niet erg hebben van de (landelijke) media, die juist inzoomen op de dingen die niet goed gaan. Terwijl er juist nu zóveel ondernemende en creatieve mensen zijn die fantastisch werk doen. Laten we aan elkaar zien wat er wel kan en inspireer elkaar daarmee. Daar geloof ik sterk in en ik hoop dat die beweging nog meer op gang komt.
Waar hopen jullie als lokale sportraad over vijf jaar te staan?
Over vijf jaar ligt er hopelijk een breed aanbod voor iedereen om te kunnen sporten en bewegen. Ik hoop dat daar veel aandacht voor komt en dat het beweegaanbod er in de toekomst anders uit komt te zien. Eén van de ambities van het Sportakkoord is inclusief sporten en bewegen. Ik denk dat we daarin nog een stap kunnen maken. Want het gaat niet alleen om de sport, maar om een gezonde leefstijl. Uiteindelijk gaat het om de vitaliteit van je inwoners binnen een gemeente.