Het lijkt erop dat je een verouderde browser gebruikt waarin sommige onderdelen van Clubbase niet goed functioneren. We raden je aan om een andere browser te gebruiken.

Uitvoering lokale sportakkoorden komt op stoom

NOC*NSF16 dec 2022

Woensdag werd het tweede landelijke sportakkoord ondertekend. Ondertussen komt de uitvoering van de lokale sportakkoorden op stoom, blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. “De basis is de afgelopen jaren gelegd. Je merkt dat het oogsten nu is begonnen”, zegt Ad Hoogendam, leider van het onderzoek.

Voor dit onderzoek hebben Hoogendam en zijn team een vragenlijst verspreid onder de kernteams die uitvoering geven aan de lokale sportakkoorden. Respondenten geven aan dat de meeste opbrengst van het lokale sportakkoord zit in betere samenwerking tussen sport- en beweegaanbieders (64%) en tussen organisaties van binnen en buiten de sport (48%). “Daar is wat tijd overheen gegaan’’, zegt Hoogendam. Deels is dat te verklaren door de coronacrisis. In veel gevallen was de inkt van het lokale sportakkoord nog niet droog of de pandemie brak uit. “Los van corona vergt de overgang naar samenwerkend besturen nu eenmaal tijd. Het sportakkoord is een samenwerking tussen veel verschillende partijen. Samenwerking is veel meer dan af en toe bij elkaar komen. Elkaar echt leren kennen en vertrouwen gaat niet binnen een paar maanden.”

Daar komt bij dat gemeenten hebben moeten leren loslaten, zegt de onderzoeker. “Normaal verstrekt de gemeente subsidie. Nu gaat het kernteam over de verdeling van het uitvoeringsbudget.” Bovendien kunnen deelnemers aan het sportakkoord, zoals verenigingen of maatschappelijke organisaties, zelf initiatief nemen in plaats van dat de gemeente de leiding heeft. Dat vraagt om een andere manier van werken. “In de meeste gemeenten functioneren de kernteams nu goed en komt de uitvoering van het lokale sportakkoord nu echt op stoom.”

Vier van de zes thema's

Dat geldt in de meeste gemeenten voor vier van de zes thema’s. In het eerste Nationaal Sportakkoord, en dus ook in de lokale akkoorden die daarna gesloten zijn, staan zes thema’s centraal: inclusief sporten en bewegen, duurzame sportinfrastructuur, vitale sport- en beweegaanbieders, positieve sportcultuur, van jongs af aan vaardig in bewegen en topsport die inspireert.

Uit het onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat de meeste vooruitgang is geboekt binnen het thema ‘jong vaardig in bewegen’. 62 procent van de kernteams geeft aan dat op dit thema redelijk wat of veel voortgang geboekt het afgelopen jaar. Ook de cijfers voor ‘inclusief sporten en bewegen’ (49 procent), ‘vitale sport- en beweegaanbieders’ (43 procent) en ‘positief sportklimaat’: (33 procent) zijn behoorlijk positief.

Op de thema’s ‘duurzame sportinfrastructuur’ en ‘topsport die inspireert’ is daarentegen heel weinig voortgang geboekt. Met topsport houden de meeste kernteams zich niet bezig. En ondanks dat 75 procent van de kernteams zegt dat duurzame sportinfrastructuur een speerpunt is, geeft slechts 17 procent aan dat op dit thema redelijk wat of veel voortgang is geboekt. Dat betekent niet dat er op het gebied van duurzaamheid niets gebeurt, zegt Hoogendam. “Met name het verduurzamen van sportaccommodaties ligt vaak bij andere gemeentelijke afdelingen of de eigenaren van een accommodatie. Vanuit het sportakkoord kun je er natuurlijk wel aandacht aan besteden, bijvoorbeeld met een themabijeenkomst, maar de echte aanpassing van een accommodatie is geen taak van de lokale kernteams. Daar is ook helemaal geen budget voor in de lokale sportakkoorden”, aldus Hoogendam. “De vraag is of dit thema wel thuis hoort in een lokaal sportakkoord.”

Weinig integrale aanpak

Hoewel er meer en beter wordt samengewerkt door partijen in de gemeente, met name op het gebied van het thema ‘jong vaardig in bewegen’, heeft dit nog weinig geleid tot een integrale aanpak om de motorische vaardigheid van kinderen te verbeteren. “Daar valt nog veel winst te behalen”, zegt Hoogendam. De onderzoekers bevelen aan om succesvolle integrale aanpakken op grote schaal toe te passen als vervolg op het sportakkoord. Als voorbeeld van zo’n succesvolle aanpak noemen ze het Arnhemse 2+1+2-model, waarbij alle basisschoolleerlingen 5 uur per week in en om school sporten onder leiding van zowel vakleerkrachten bewegingsonderwijs als buurtsportcoaches en trainers/coaches van lokale sportaanbieders.  Hoogendam: “In veel gemeenten moeten nog wel wat slagen gemaakt worden in de inhoudelijke doorontwikkeling van projecten uit het sportakkoord.”

Dat is een uitdaging omdat in veel, met name kleinere, gemeenten buurtsportcoaches te weinig uren hebben om zo’n integrale aanpak uit te rollen. “En ook de organisatiekracht vanuit sportverenigingen is een punt van aandacht voor de komende jaren.”

Het advies van de onderzoeker is dan ook om, ook nu het nieuwe nationale sportakkoord gesloten is, door te gaan op de ingeslagen weg. “Dat is ook een vraag vanuit het veld: vooral niet te veel dingen anders willen gaan doen. Nu de uitvoering in de meeste gemeenten goed op stoom is gekomen, is het vooral zaak om voort te bouwen op de basis die er nu ligt.”

Het complete onderzoeksrapport is hier te downloaden.

Afbeelding: Shutterstock


NOC*NSF 16 dec 2022

Link gekopieerd naar klembord

Heb je een vraag?

Heb je een vraag?

Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: