De rechtbank van Rotterdam deed 19 december jl. uitspraak over de verspreiding van infill-materiaal buiten een kunstgrasveld. Het sportbedrijf van de gemeente Enschede is veroordeeld voor milieuvervuiling door rubberkorrels die buiten kunstgrasvelden van een voetbalvereniging terecht zijn gekomen. Het sportbedrijf kreeg een boete van tienduizend euro, waarvan vijfduizend euro voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar. De uitspraak is belangrijk voor de sport in het algemeen en voetbal op kunstgras in het bijzonder.
Uit het vonnis blijkt dat het voor beheerders (vaak gemeenten en/of verenigingen) van kunstgrasvelden van eminent belang is maatregelen te treffen die redelijkerwijs kunnen worden getroffen om verontreiniging te voorkomen en de gevolgen van eventuele verontreiniging te beperken: de zogenaamde dubbele zorgplicht (artikel 13 Wet Bodembescherming). Deze dubbele zorgplicht houdt in dat voorkomen moet worden dat verontreiniging plaatsvindt en dat wanneer er sprake is van verontreiniging de gevolgen daarvan dienen te worden beperkt of ongedaan worden gemaakt.
Wat betekent dit voor sportclubs?
Daar waar de voetbalvereniging eigenaar en/of beheerder is van een kunstgrasveld is het correct naleven van de zorgplicht van groot belang. Bij rubberingestrooide kunstgrasvelden gaat het er dan met name om ervoor te zorgen dat de rubber korrels (zoveel mogelijk) op het kunstgrasveld blijven. Voor het naleven van deze zorgplicht wordt onder andere verwezen naar het 'zorgplichtdocument milieu kunstgrasvelden' zoals opgesteld door de Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC). Daarin staan verschillende maatregelen die kunnen/moeten worden getroffen.
Contact met verhuurder veld
Daar waar de voetbalvereniging het veld huurt, geldt dat er (ook) verantwoordelijkheden liggen bij de verhuurder van de velden. In verreweg de meeste gevallen is dat dan de gemeente. In die situaties is het verstandig contact op te nemen met de verhuurder van het veld om in overleg te gaan over de eventuele acties die ondernomen moeten worden om verspreiding van infill naar de omgeving te beperken.