Het lijkt erop dat je een verouderde browser gebruikt waarin sommige onderdelen van Clubbase niet goed functioneren. We raden je aan om een andere browser te gebruiken.

Ondanks inspanningen blijft diversiteit in sportbesturen moeizaam

NOC*NSF29 jul 2019

Meer diversiteit in kaderfuncties, daar maakt de sport al jarenlang werk van. Onderzoek laat zien dat die inspanningen nog niet veel resultaat opleveren. Een luxeprobleem, noemt een deel van de ondervraagde clubs het streven naar diversiteit.

In samenwerking met NOC*NSF en Kenniscentrum Sport en met steun van het ministerie van VWS, voerde het Mulier Instituut in 2018 onderzoek uit naar de samenstelling van kaderfuncties op club- en bondsniveau. In een websheet wordt een overzicht geboden van de beschikbare cijfers die onderbouwing bieden voor de roep om meer diversiteit in (hogere) sportkaderfuncties en aandacht voor het belang daarvan. Doel hierbij is om de sociale diversiteit onder bestuurders, trainers/coaches en scheidsrechters te vergroten. Concreet betekent dit veelal een sterkere vertegenwoordiging van vrouwen, mensen met een beperking, jongeren en mensen met een niet-Nederlandse achtergrond.

De resultaten van deze eerste brede inventarisatie van de sociale diversiteit binnen kaderfuncties als bestuurder en trainer/coach laten zien dat de vertegenwoordiging van onder meer vrouwen en mensen met een migratie-achtergrond gering is, vooral in hogere leidinggevende posities als clubvoorzitter, hoofdclubtrainer, bondsbestuurder en bondscoaches.

Eén derde vrouw

Resie Hoeijmakers is één van de onderzoekers van het Mulier Instituut die aan het onderzoek naar diversiteit in kaderfuncties heeft meegewerkt. Als het gaat om sportverenigingen, vat zij kort samen: “Bij de sportverenigingen in Nederland is ongeveer één derde van de bestuurders een vrouw. Maar dan wel meestal in een secretarisfunctie of een andere ondersteunende bestuursfunctie. Als je kijkt naar de voorzitter, dan is nog 90% man. De reden daarvoor is binnen de sport waarschijnlijk wel vergelijkbaar met andere maatschappelijke terreinen: vrouwen werpen zich minder snel op voor een bestuursfunctie en daarnaast worden nieuwe bestuursleden vaak uit het eigen netwerk gehaald.”

Luxeprobleem

Bij sportverenigingen is diversiteitsbeleid minder gebruikelijk dan bij sportbonden. Vier op de vijf clubs (81%) houden geen rekening met diversiteit bij de werving en keuze van bestuurders en/of trainers. Veel van deze verenigingen geven aan het al lastig genoeg te vinden om competente bestuurders en trainers te vinden en ervaren het streven naar diversiteit met name als een luxeprobleem. Deze laatste stelling onderschrijft 74% van de ondervraagde clubs.

Etnische diversiteit

Er is nog weinig aandacht voor etnische diversiteit, zowel bij bonden als bij verenigingen. Negen op de tien verenigingsbesturen bestaan volledig uit mensen met een Nederlandse achtergrond; dat geldt ook voor besturen van voetbalverenigingen die vaker dan andere clubs een etnisch divers ledenbestand hebben. Hoeijmakers: “Daar hadden we eigenlijk wel iets meer afwijkende cijfers verwacht. Als je ziet dat 40% van de voetbalverenigingen leden met een niet-Nederlandse achtergrond heeft, terwijl 11% van de verenigingen bestuursleden met deze herkomst heeft, dan is dat toch een grote kloof."

Ouderen

Wat Hoeijmakers ook opvalt, is de vergrijzing van de sportbesturen. “Ouderen zijn in toenemende mate oververtegenwoordigd in verenigingsbesturen. Bijna de helft van alle verenigingen (47%) heeft een clubbestuur met een gemiddelde leeftijd van 55-plus; in 2007 gold dat voor een kwart van de verenigingen. En dat terwijl er toch beleidsmatig door de sport wordt ingezet op verjonging en bestuurlijke vernieuwing in sportbesturen.”

Belang van diversiteit

Bestuurders van sportverenigingen zijn via stellingen ook gevraagd naar hun mening over de meerwaarde van sociale diversiteit in hun vereniging. Vier op de tien verenigingen zeggen meerwaarde te zien in een diverse samenstelling van het ledenbestand en kader. Onder verenigingen met diversiteitsbeleid gericht op bestuur en trainer/coaches (n=60) ligt dit fors hoger (80%). Meer dan de helft van de verenigingen staat neutraal tegenover de meerwaarde van diversiteit. Een kwart van de verenigingen zegt weinig bereidheid onder vrouwen voor bestuurs- en of trainer/coachfuncties te ervaren; een grotere groep (44%) is het hier mee oneens. Hoeijmakers: “Daarom is het van belang om aandacht te genereren voor de meerwaarde van de deelname van diverse groepen aan kaderfuncties in de vereniging en om clubs te ondersteunen en tips te bieden in het bereiken van meer diversiteit in kaderfuncties.”

Andere resultaten

Nog enkele andere opvallende resultaten uit het onderzoek:

  • Vrouwen zijn sterker vertegenwoordigd in leidinggevende posities op clubniveau dan op bondsniveau. Bijna een op de drie verenigingsbestuurders (29%) en clubtrainers/coaches (26%) is vrouw. Op bondsniveau is ongeveer een op de vijf bestuurders en een op de tien topcoaches vrouw.
  • Vier op de tien verenigingen zien geen meerwaarde in een diverse samenstelling van het ledenbestand en kader.
  • Onder verenigingen gaven vier op de vijf clubs (81%) aan geen rekening te houden met diversiteit bij de werving en keuze van bestuurders en/of trainers/coaches. Van de sportverenigingen die wel rekening houden met diversiteit, gold dit bij drie kwart van de clubs zowel voor het bestuur als voor de groep trainers/coaches en bij de overige groep alleen voor het bestuur. Ook clubs richten zich vooral op diversiteit naar leeftijd (75%) en geslacht (74%).
  • Bijna een op de drie verenigingsbesturen (30%) heeft geen enkele vrouw in haar bestuur. Dat is bij bondsbesturen (32%), maar vooral bij verenigingsbesturen (66%) vaker het geval bij sportbonden met een relatief gering aandeel vrouwelijke leden (< 20%). Voorbeelden bij sportbonden met minimaal 40 procent vrouwelijke leden en alleen mannelijke bondsbestuurders zijn: badminton, danssport, krachtsport & fitness, schaatsen en volleybal.
  • Vooral onder deze traditionele ‘mannensporten’ (66%), waaronder voetbal (52%), bestaan relatief veel clubbesturen alleen uit mannen. Ook besturen met minder dan vier bestuursleden hebben vaker geen vrouw in hun bestuur (57%). Het beperkte aantal relatief jonge besturen met een gemiddelde leeftijd jonger dan 36 jaar (n=12), heeft daarentegen nauwelijks besturen met enkel mannen.
  • Waar het aandeel vrouwen onder alle gediplomeerde clubtrainers nog meer dan een kwart was (27%), zijn zij op het hoogste niveau van clubtrainers – de hoofdtrainer van de vereniging – nog sterker ondervertegenwoordigd (14%). Ook bij acht van de tien verenigingen van sporten met meer dan 40 procent vrouwelijke bondsleden is de hoofdtrainer een man.

Klik hier voor het websheet Diversiteit in kaderfuncties.

 


NOC*NSF 29 jul 2019

Link gekopieerd naar klembord

Heb je een vraag?

Heb je een vraag?

Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: