De regering wil de waarde van sport en bewegen in brede zin beter benutten en dus ook de sportclubs zo goed mogelijk in staat stellen sport voor zo veel mogelijk mensen mogelijk te maken. Voor de komende jaren is het de bedoeling die plannen vorm te geven in een Sportakkoord, maar ook op de kortere termijn wil het kabinet vooruit. Voor 2018 wordt al 20 miljoen euro extra geïnvesteerd in sport. Naast die onderwerpen kwamen maandag ook integriteit in de sport en gehandicaptensport uitvoerig aan bod.
Structureel meer geld naar sport
Grofweg is van die 20 miljoen zo’n 10 miljoen bestemd voor bonden en ondersteuning van een bloeiend verenigingsleven en gaat ook 10 miljoen extra naar versterking van de topsport, om op termijn meer medailles in meer sporten te kunnen veroveren. Na de 20 miljoen van komend jaar komt in de jaren erna structureel ongeveer 25 miljoen extra per jaar beschikbaar.
“Een enorm succes”, noemt Gerard Dielessen, directeur van NOC*NSF, dat besluit. En de breedtesport moet dus flink ondersteund worden de komende jaren. Omdat we ‘alle goede maatschappelijke doelen alleen bereiken als de mensen plezier in de sport hebben’, stelde de minister. Sport moet voor iedereen bereikbaar en betaalbaar zijn.
Sportakkoord, rol clubs essentieel
Voor de komende jaren moet overheidsbeleid op basis van de door de minister genoemde doelstellingen vorm krijgen in een zogenoemd Sportakkoord, waarvan de precieze onderdelen en structuur nog bepaald moeten worden. Als het aan de minister ligt, is in dat overleg sowieso een belangrijke rol weggegeld voor bonden, gemeenten en NOC*NSF. Het akkoord moet de kaders bieden voor afspraken om de beschikbaarheid en de maatschappelijke rol van sport te vergroten en ervoor te zorgen dat de vrijwillige inzet van bestuurders, coaches en andere vrijwilligers de waardering blijft krijgen die het verdient.
Uiteindelijk is dat ook een geweldige uitdaging voor de sportclubs in Nederland. Zij kunnen immers als geen ander zorgen dat sport voor velen beschikbaar is en dat vrijwilligers zich inzetten in een sfeer van waardering en positiviteit. Verder moet de verbinding van top- en breedtesport worden versterkt. De minister wil dat alle talenten de kans krijgen om door te groeien.
SP-kamerlid Michiel van Nispen wees de minister er in motie op dat extra investering er onder meer opgericht moet zijn de rol van sportverenigingen in de buurt te versterken. Oftewel; versterking van de open club-functie. Op die, maar ook op andere manieren moet er bijzondere aandacht zijn voor kinderen en volwassenen met overgewicht, lage- inkomensgezinnen en groepen die nu op lokaal niveau onvoldoende bereikt worden met sport en beweging. Als het aan minister Bruins ligt, wordt ook dit meegenomen in het Sportakkoord.
Gehandicaptensport
De Tweede Kamer vroeg ook extra aandacht voor sport voor gehandicapten. Organisaties die zich speciaal richten op sporters met een lichamelijke of verstandelijke beperking, moeten op een structurele wijze worden betrokken bij de vorming van nieuw beleid en bij de besteding van geld aan sportevenementen, zo meent GroenLinks. Een deel van de investering in sportevenementen zou volgens de partij bestemd moeten zijn voor evenementen voor sporters met een verstandelijke of lichamelijke beperking. De minister is positief over die ideeën, maar reserveert er nog geen apart bedrag voor.
Ten slotte kwam integriteit in de sport aan bod. Daarbij is seksuele intimidatie en misbruik even actueel als belangrijk, ook in de sport. De minister wil dat debat ook nadrukkelijk voeren, maar wil daarvoor wel de bevindingen van de Commissie De Vries afwachten. De commissie, voluit de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport, is haar onderzoek in het voorjaar van dit jaar begonnen en komt in december met haar bevindingen. Het kabinet werkt ook aan een brief aan het parlement over de #MeToo-discussie waarin tevens het thema sport ook aan bod komt.
Foto: Flickr.com