Het lijkt erop dat je een verouderde browser gebruikt waarin sommige onderdelen van Clubbase niet goed functioneren. We raden je aan om een andere browser te gebruiken.

Jongeren behouden voor sport: zorgvuldig onderzoek, specifieke benadering

NOC*NSF15 nov. 2016

Jongeren tussen de 12 en 18 jaar binden en behouden. Voor Sportclubs is het een haast heilige graal geworden in het huidige Nederlandse sportlandschap. Want de uitstroom onder deze groep is groot. Bij de vereniging Sport Utrecht hadden ze afgelopen voorjaar behoefte om nu eens goed in beeld te krijgen wat precies de redenen zijn voor jongeren om in zulke groten getale af te haken en welke maatregelen dus passend kunnen zijn. De analyse werd uitgevoerd door het Mulier Instituut.

Zoals met veel structurele uitdagingen in de maatschappij, is er niet één, pasklare oplossing voorhanden. Het begint met de constatering welke factoren de sportdeelname van de leeftijdscategorie 12-18 jaar beperken. Het Mulier Instituut komt in het eindproduct van de onderzoeken, het Factsheet Werkzame elementen sportstimulering jongeren, tot enkele heldere conclusies. Zo is onmiskenbaar waar dat sport en beweging in alle vormen minder wordt bij jongeren gedurende de puberteit. Lidmaatschap bij een club, wekelijks sporten, fietsen naar school, het neemt af. Bovendien toont het factsheet dat hoger opgeleide jongeren zowel bij clubs als ongebonden meer aan sport doen dan lager opgeleiden en dat ook een hogere sociaal-economische status een positief effect heeft op de sportdeelname. Voor lager opgeleiden en jongeren uit lagere ‘ses-gezinnen’ is sporten in het algemeen niet altijd even vanzelfsprekend en zijn de mogelijkheden regelmatig beperkt.

Andere factoren

Verder zijn er nog meer specifieke factoren die sport en bewegen in de puberteit beïnvloeden, zoals de etnische achtergrond. Jongeren en vooral meisjes met een niet-westerse migratieachtergrond doen minder aan sport dan hun westerse leeftijdsgenoten. Bij meisjes met een niet-westerse achtergrond is dat verschil sterker dan bij jongens, voornamelijk door culturele factoren.

Voor de samenhang tussen opleidingsniveau en sportdeelname zijn verscheidene reden aan te voeren, zoals het feit dat VMBO-leerlingen over het algemeen eerder klaar zijn met hun opleiding dan hoger opgeleiden en daardoor ook eerder beginnen aan het werkzame leven, waarin minder tijd is voor sport en andere bezigheden. Het is echter ook zo dat op het VMBO relatief veel jongeren zitten met een lagere sociaal-economische achtergrond die van huis uit weinig gestimuleerd worden om te sporten. Onderlinge omgang van deze jongeren versterkt dit beeld.

Maar er zijn natuurlijk ook veel factoren die het sportieve leven van vrijwel alle pubers sterk beïnvloeden. Het is voor weinigen een verrassing dat jongeren in deze leeftijd veel andere interesses hebben zoals bijbaantjes, uitgaan en sociale media, waardoor minder ruimte is voor de vaste wekelijkse sportmomenten. Bovendien is de puberteit ook mentaal een uitdagende periode. Jongeren worden zich bewuster van hun lichaam. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot schaamte, maar ook tot nieuwe e nveranderende motieven om te sporten. Waar eerst de sport zelf en de competitie belangrijk waren, draait het nu veel vaker om fitheid en uiterlijk.

Conclusies

VSU en het Mulier Instituut komen in het factsheet tot een aantal gerichte uitgangspunten om jongeren meer te interesseren voor sport en om sport en bewegen te stimuleren. In ieder geval wordt geconcludeerd dat je lokaal de samenwerking moet zoeken en daar aan de slag moet gaan waar al die jongeren samen komen: de scholen. Maar betrek ook andere instanties als jeugdwerk, religieuze organisaties en zorginstellingen. Verder kun je juist bij deze doelgroep alleen succes boeken als je goed aansluit bij de belevingswereld van de jongeren. Creëer het aanbod dus niet alleen vóór, maar zeker ook mét de jongeren. Verder is het goed de jongeren voldoende flexibiliteit te bieden om te testen en uit te zoeken welke sport en welke omgeving goed bij hen past. Ook moeten ze kunnen zijn wie ze willen zijn. Zonder te veel nadruk te leggen op hun achtergrond en kenmerken, moeten ze op een plek kunnen sporten waar ze onvoorwaardelijk geaccepteerd worden.

In het factsheet zijn de cijfers, de conclusies en de eventuele oplossingen gedetailleerd uitgewerkt. Daarmee kan de VSU zijn voordeel doen en dat geldt natuurlijk ook voor andere Nederlandse gemeenten. Maar ook voor clubs is het waardevolle informatie. Doe er je voordeel mee en lees ook zeker dit artikel op allesoversport.nl over wat jongeren beweegt om wel en juist niet te gaan sporten.


NOC*NSF 15 nov. 2016

Link gekopieerd naar klembord

Heb je een vraag?

Heb je een vraag?

Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: