Sport en Bewegen in de Buurt
Het programma SBB is in 2012 gestart als overkoepelend beleidsprogramma voor het stimuleren van sport en bewegen voor de gehele bevolking. Sindsdien is de aandacht verschoven naar het bereiken van kwetsbare burgers, zoals jeugd in armoede, ouderen en mensen met een beperking of overgewicht.
De inzet van buurtsportcoaches heeft bij gemeenten geleid tot een impuls in hun lokale sport- en beweegbeleid. Deze buurtsportcoaches brengen verbinding tussen lokale organisaties en sectoren en zorgen voor ‘doekracht’. Daarmee komt op lokaal niveau nieuw sport- en beweegaanbod tot stand of wordt bestaand aanbod verbeterd. De regeling Sportimpuls heeft veel lokale initiatieven opgeleverd. Bij het merendeel van deze projecten zijn de opgezette sport- en beweegactiviteiten in zijn geheel of deels voortgezet.
Resultaten onderzoek
Andere belangrijke uitkomsten uit de SBB Monitor 2018:
- De belangrijkste (werkzame) elementen van de inzet van de buurtsportcoach zijn volgens gemeenten het structurele karakter van de cofinanciering van het Rijk, de vrijheid die de aanvragers hebben om werkzaamheden naar lokale behoefte in te vullen en de verbinding die gelegd wordt tussen sport en andere sectoren.
- Ondanks dat het bedrijfsleven partner is van het programma SBB, zijn door Sportimpulsprojecten en buurtsportcoaches nog nauwelijks verbindingen met bedrijven gelegd.
- Bijna alle gemeenten en de meeste buurtsportcoaches zetten sport- en beweeginterventies in om de sport- en beweegdeelname van hun inwoners te bevorderen. Beide groepen zijn over het algemeen goed op de hoogte van het bestaan van de online databanken waarin erkende interventies te vinden zijn.
- De belangrijkste aspecten bij de keuze voor de inzet van een (erkende) interventie zijn dat deze bij het lokale beleid en de gekozen doelgroep aansluit, aan de lokale situatie aan te passen is en betaalbaar is.
- Bij 89% van de Sportimpulsprojecten uit de ronde 2014 worden de opgezette sport- en beweegactiviteiten nog steeds gedeeltelijk of in zijn geheel uitgevoerd. Bij 11% zijn de projecten gestopt. Bij projecten waar de activiteiten worden voortgezet gaat het in drie kwart van de gevallen om wekelijks terugkerende activiteiten.
- Bij 30% van de projecten uit ronde 2014 is meer dan de helft van de deelnemers structureel blijven sporten.
- De belangrijkste werkzame elementen van de Sportimpuls zijn dat aanvragers verplicht moesten samenwerken met andere partijen en gebruik moesten maken van bestaande interventies, de eis van cofinanciering en de stimulans die van de Sportimpuls uitgaat om sport- en beweegaanbieders te laten nadenken over het bereiken van voor hen nieuwe doelgroepen.
Download de SBB Monitor 2018