Juli - Grensoverschrijdend gedrag in de sportwereld
Grensoverschrijdend gedrag. Het gebeurt (helaas) overal in onze samenleving, zo ook in de sportwereld. De laatste jaren is er gelukkig steeds meer aandacht voor en wordt er meer en meer nagedacht hoe we samen de samenleving veiliger kunnen maken door grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan.
Door: Sportbedrijf Lelystad, in samenwerking met mr. R.A. Brand van De Raadgevers Bedrijfsjuristen
Wat valt er onder grensoverschrijdend gedrag?
Eind 2017 bracht de Onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport een rapport uit, waaruit bleek dat 1 op de 8 sporters in Nederland te maken heeft gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Om dan nog niet eens te spreken over niet-seksueel grensoverschrijdend gedrag. Vaak wordt met de term namelijk gedoeld op het schenden van seksuele grenzen, maar (in deze blog) bedoelen we de term nog breder: onder grensoverschrijdend gedrag vallen alle gedragingen waarmee een belangrijke grens van een ander, die daar niet mee in heeft gestemd, wordt overschreden. Naast seksuele intimidatie en misbruik gaat dit over aspecten als discrimineren, pesten, negeren en buitensluiten. De gevolgen zijn ontzettend groot. Het tast iemands waardigheid en zelfvertrouwen aan en zeker seksuele grensoverschrijdingen tekenen iemand voor het leven.
Grensoverschrijdend gedrag in sportverbanden
Soms wordt er door bepaald gedrag een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende sfeer in de groep gecreëerd. In een groep voelt dat soms niet voor iedereen zo, als het gedrag op één iemand of een kleinere groep is gericht. Daarnaast hebben kinderen en jongeren soms een minder goed beeld van welk gedrag en welke woorden nu grensoverschrijdend kunnen zijn. Het is daarom van belang dat betrokkenen bij de jeugd, zoals trainers en begeleiders, extra goed begeleid worden in het signaleren van en het direct optreden tegen grensoverschrijdend gedrag in de jeugd.
Maar juist in de persoonlijke, 1-op-1, contacten, is het extra lastig om in de gaten te houden of iedereen veilig is en zich veilig voelt. Bovendien is er tussen coaches en sporters sprake van een machtsverhouding en een afhankelijkheidsrelatie. Daar kan een coach soms misbruik van maken.
Meldplicht en -verantwoordelijkheid bij vermoedens van seksuele intimidatie en misbruik
Naar aanleiding van het eerder aangehaalde rapport heeft de sportkoepel NOC*NSF een meldplicht ingevoerd. Deze meldplicht geldt voor alle sportbonden en sportorganisaties (68) die aangesloten zijn bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR).
De meldplicht houdt in dat bestuurders van sportbonden of sportverenigingen verplicht zijn om vermoedens van seksuele intimidatie en misbruik te melden bij de aanklager van het ISR. Dit kan via de Vertrouwenscontactpersoon (VCP) van de betreffende bond worden gedaan. Voor begeleiders geldt dat zij verplicht zijn om aan het bestuur van de sportvereniging te melden wanneer zij een vermoeden van seksuele intimidatie of misbruik hebben.
Voor leden geldt weliswaar geen meldplicht, maar wel een meldingsverantwoordelijkheid. Vermoeden zij dat er sprake is van seksueel misbruik of seksuele intimidatie, dan rust op hen de verantwoordelijkheid hiervan melding te maken bij het bestuur van de sportvereniging, behalve als dat in de gegeven omstandigheden niet van het desbetreffende lid verwacht kan worden.
Overigens heeft het NOC*NSF bepaald dat sportbonden, die niet zijn aangesloten bij het ISR, een meldplicht in hun tuchtreglement hebben moeten opnemen. Sinds 2021 krijgt een vereniging anders geen subsidie meer.
Wat kan een vereniging verder doen tegen grensoverschrijdend gedrag?
Dat is natuurlijk niet allemaal op te noemen in een paar alinea’s, maar we noemen enkele belangrijke punten.
Allereerst is er, zeker omtrent seksueel grensoverschrijdend cultuur, veel schaamte. Slachtoffers melden zich niet graag, bijvoorbeeld omdat ze denken dat het hun eigen schuld is en/of dat hun melding niet serieus genomen zal worden. Daarom is het cruciaal om gesprekken hierover te houden, leden goed te informeren, vertrouwenspersonen (het liefst intern én extern) aan te stellen en de drempel voor het maken van een melding zo laag mogelijk te houden. Attendeer mensen er ook op dat er landelijke organisaties zijn die meldingen van slachtoffers goed, online, anoniem en laagdrempelig kunnen ontvangen, zoals het Centrum Veilige Sport Nederland.
Tot slot: zorg voor heldere afspraken voor iedereen: bestuurders, trainers, coaches, begeleiders, sporters en alle andere betrokkenen. Centrum Veilige Sport Nederland heeft op hun website veel tips en kant-en-klare documenten staan, van gedragscodes tot aan campagne- en mediamateriaal.
Er zijn veel organisaties, waaronder Centrum Veilige Sport Nederland, die jouw vereniging op dit gebied graag vooruithelpen en met je meedenken. Mocht er behoefte zijn aan juridische expertise op dit gebeid, dan kun je je ook wenden tot mr. R.A. (Rémon) Brand van De Raadgevers Bedrijfsjuristen via rabrand@deraadgevers.nl.
Deel deze pagina
Link gekopieerd naar klembord
Heb je een vraag?
Neem contact op met NOC*NSF Sport Support via: